Synchroonzwemmen is een sport waarbij dansen én zwemmen gecombineerd worden. Het is misschien geen welbekende sport, maar wel een van de meest leuke, aangezien het gebied van twee totaal verschillende sporten gecombineerd worden. Door het seizoen heen vinden er een viertal Competitie wedstrijden plaats, en een Regionaal Kampioenschap. Tijdens deze laatste wedstrijd worden de dansjes uitgevoerd die de zwemsters het hele jaar door hebben geoefend.
Binnen het synchroonzwemmen zijn vier wedstrijddiploma’s te behalen, oplopend in moeilijkheid van “Beginner” tot “Senior”. Tevens zijn er vijf zogenaamde aanloopdiploma’s nodig om door te kunnen stromen naar de wedstrijddiploma’s. Deze aanloopdiploma’s bestaan uit de basishoudingen die benodigd zijn. Ook deze diploma’s lopen op in moeilijkheidsgraad van “Basishoudingsdiploma” tot het “Barracudadiploma”.
Synchroonzwemmen komt oorspronkelijk uit de negentiende eeuw. Het werd toen nog “trick” zwemmen genoemd. In het water werden trucjes zoals salto’s en rollen vertoond. In een later stadium begon men met het vertonen van patronen. In deze tijd werd het figuurzwemmen genoemd. Het verschil tussen figuurzwemmen en “trick” zwemmen, is dat het figuurzwemmen op muziek uitgevoerd wordt.
De wedstrijden bestaan uit twee verschillende onderdelen: de figuren en de routines. Bij de wedstrijd die draait om de figuren, worden in totaal vier figuren vertoond voor een jury die bestaat uit zes leden. Bij elke wedstrijd zijn twee figuren verplicht, en de andere twee figuren verschillen per wedstrijd. Enkele van deze figuren zijn: Eiffeltower, Swordfish, Heron en de Ariana. Per categorie (Age 1, Age 2, Junioren en de Senioren), verschillen deze figuren. Dit is aangepast op de moeilijkheidsgraad. Bij de routines zijn er verschillende onderdelen te onderscheiden: solo, duet, team en de combo. Een team bestaat normaliter uit acht zwemsters. Een combo bestaat normaliter uit 8 tot 10 zwemsters. Deze routine is op muziek, en de duur ervan hangt af van de categorie waarin de zwemsters zich bevinden.